Hoei: denier ca. 1230 – 1232

Gevonden door Marc Swinnen

Muntheer: Jan van Eppes, prinsbisschop van Luik, 1229 – 1238

Materiaal: zilver

Diameter: 11 mm

Gewicht: 0,58 gr

Voorzijde: Gemijterde buste ten halve lijve van de bisschop 3/4 naar links. In de rechter hand een kromstaf naar binnen gekeerd houdende en op de borst het evangelieboek. Tekst:  I / Oh’S; voor Johannes, Jan.

Keerzijde: Een perroen met aan weerszijden een vogel. Tekst: hOIE / NSES; voor Hoei.

Datum: z.j. ca. 1230 – 1232

Slagplaats: Hoei

marc1.2-800

Johan van Rummen

Lit: Vanhoudt G 867; Dengis 455; de Chestret 192

Gedetermineerd door rimidi

Constateerpotje duivensport: 1920 – 1930 tot ca. 1960

Gevonden door Filip Behiels

filip b2

Materiaal: koperlegering

Afmetingen L / B / H: 22 mm / 13 mm / 11,2 mm

Gewicht: 4,46 gr

Een duif krijgt bij inkorving als deelname aan een wedstrijd een wedstrijdring (caoutchouc) om de poot, bij thuiskomst dient deze wedstrijdring in een constateerpotje of ringdoosje gedaan te worden, daarna gaat het potje met de gummie in de constateur, er word dan geconstateerd waarbij het tijdstip van thuiskomst van de duif word vastgelegd.

Het zo groot mogelijke potje stond in open toestand klaar, dichtbij de klok (dit alles om zo weinig mogelijk tijd te verliezen). De duivenmelker pakt zijn/haar thuisgekome duif, ontdoet de duif van zijn/haar gummie, steekt het in het kleinste deel van potje, sluit het potje en dropt het in de constateur.

Aan de hand van losplaats- en thuiscoördinaat is een afstand te berekenen, aan de hand van lostijd en thuiskomst een vliegtijd, door afstand en vliegtijd te berekenen bekom je een gemiddelde snelheid die de duif heeft gevlogen over het traject, de duif met de hoogste snelheid wint de wedstrijd.

Metaal, koper, aluminium, plastiek, vierkant, rechthoekig, rond, bolletje, langwerpig, sleuf, enfin het moet geen betoog dat door de jaren heen vele soorten constateerpotjes of ringdoosje op de markt werden gebracht. Clubs en inrichters van belangrijke wedstrijden verboden constateerpotjes of ringdoosjes die niet eigen aan het toestel waren, alsook de in 1952 opgerichte konstateurskommissie van de Belgische Duivenliefhebbers Bond voorzag in hun reglementen dat de potjes of doosjes uit 2 delen moesten bestaan en er geen extra gaatjes in mochten worden aangebracht dit om het fraudeurs alweer moeilijker te maken.

Referentie

Gedetermineerd door Tom Aerts

Jülich – Berg: ¼ stuber 1783

Gevonden door Jos Hagens

Materiaal: koper

Diameter: 22 mm

Gewicht: 2,60 gr

Voorzijde: Monogram CT ( Carl Theodor ). Tekst: GULICH UND BERGISCHE LANDMUNZ

Keerzijde: *¼* STUBER 1783. P.M.

Muntmeesterteken: PM ( Peter Maassen 1771 – 1784 )

Karel Theodoor van Beieren

Referentie

Referentie

Gedetermineerd door Eric Aerts

%d bloggers liken dit: