Gevonden door Mark Volleberg
Materiaal: koper
Diameter: 22 mm
Gewicht: 1,69 gr
Voorzijde: De drie stadswapens van de drie Westfriese muntsteden. Het wapen met de hoorn van Hoorn, het wapen met de drie haringen van Enkhuizen en het wapen met de verticale balkjes van Medemblik. Tekst: WEST FRISIA 1658
Keerzijde: Gekroond wapenschild met het wapen van West-Friesland. De leeuwen hebben hun kop ‘en face’ gericht, dat is tot de kijker gericht. Tekst: DEVS. FORTI. ET. SP. NOS (of variant). Dit is voluit: Deus fortitudo et spes nostra, en betekent: God is onze kracht en hoop.
Wapen van West Friesland
Muntmeester: Gerrit van Romondt
Muntmeesterteken: bloem/rozet ❀. Op deze munt geen van beide. In zijn muntbus wordt geen vermelding gemaakt van duiten.
Slagplaats: Medemblik ( 1655-1661 )
Lit: V.75.8 – PW 3004
Zeldzaam exemplaartje ! In 1655 kreeg de stad Medemblik eindelijk de Westfriese munt binnen haar poorten. Op 8 februari 1656 diende muntmeester Gerrit van Romondt een verzoek in om er duiten te mogen slaan. Op 20 maart 1658 kreeg hij toestemming om 12.000 mark koper tot duiten te verwerken. Hiervan moesten er 120 stuks uit een mark komen wat een gewicht van 2,06 gram oplevert. De remedie was 4 stuks per mark. Als de volle 12.000 mark is aangemunt zijn er ca. 1488000 stuks geslagen samen met het volgende type WES.42. De duiten moesten volgens de instructie de drie wapens van de drie Westfriese muntsteden hebben. De hoorn van de stad Hoorn, de drie haringen van Enkhuizen en de drie verticale balken van Medemblik. Dit wapen van Medemblik is ook incidenteel als muntteken gebruikt door muntmeester Gerrit Schuijrmans (1682-1692), in de periode dat de munt te Medemblik was gevestigd van 1682-1690. Later heeft men te Medemblik de afbeelding van de drie wapens nog eens herhaald op de daalders van 30 stuivers en op de florijn van 28 stuivers uit de periode 1684-1687. In hetzelfde jaar zijn er echter ook duiten geslagen van het “kranstype” (WES.42) met de tekst WEST FRISI’ daarin. De latere jaren zijn ook van dit type. Dit is nogal opvallend omdat de instructie alleen over het type met de drie wapentjes spreekt. In het boekje De eerste nieuwe lichting duiten zou na 18 mei in omloop worden gebracht. De oude duiten zouden nog 14 dagen gangbaar zijn en daarna voor biljoen (ongeldig) worden verklaard. De nieuwe Utrechtse duiten van na 1657 bleven ook geldig en de Friese oorden mochten ook als duit blijven rouleren. Teylers museum te Haarlem heeft een voorwerp in bezit (collectienummer 10084) wat nog het meeste weg heeft van een stempeltje om te zegelen in was. Het betreft een rond koperen plaatje van bijna een halve centimeter dikte met een diep uitgesneden voorstelling van de voorzijde (3 wapens) van deze duit in negatief. Het enige verschil met de duiten is dat de tekst FRISI is in plaats van FRISIA.
Gedetermineerd door Mark Volleberg