Sceatta Series D type 2C: ca. 690 – 710

Gevonden door Smeets Nick

Muntheer: Continentale oorsprong.

Materiaal: zilver

Diameter: 11 mm – 11,7 mm

Gewicht: 1,12 gr

Voorzijde: Gestileerde “runen” buste naar rechts, onderaan de kin een ring.
Tekst voor de buste: FCF voor ae p a?, achter de buste een A

Keerzijde: Een kort simpel kruisje met in elk kwartier een parel. Tekst: Een aantal niet bepaalde gedegenereerde runen of Latijnse letters: + V, O, Λ ….

Datum: z.j. ca. 690 – 710

Slagplaats: Gebied van de Grote Rivieren/ Friesland

Lit: BMC 86 Series D, type 2c; van der Chijs, deel 9, V.38/41; KNG JMPK 2003,W Op den Velde & D M Metcalf, p 176 2b 295-297 

Gedetermineerd door rimidi op DVVL en Wybrand op den Velde

Merovingische denier met monogram A en S, niet toegewezen: ca. na 670 – 750

Gevonden door Kristof Krikke

Muntheer: Anoniem

Materiaal: zilver

Diameter: 10 mm

Gewicht: 1,09 gr

Voorzijde: In een parelkrans een A met ter weerszijden een groep van (vijf) parels en onderaan een ring omgeven door (elf) parels met nog twee extra parels aan de voet van elk been van de A. Tekst: anepigrafisch.

Keerzijde: In een parelkrans een spiegelverkeerde S met een parel in de krullen, links een T tussen twee parels en rechts een platliggende H (of I ?) tussen twee parels. Tekst: anepigrafisch.

Datum: z.j. ca. na 670-750.

Slagplaats: Niet gekend, Poitiers – Tours?

Depeyrot

Referentie

Referentie

Lit: Prou 2789; Belfort 5692; Depeyrot, p 171, 27; MEC  I, 624

Gedetermineerd door rimidi

Sceatta: Series D type 2c ca. 690 – 710

Gevonden door Martine Delplace

Muntheer: Friese oorsprong

Materiaal: zilver

Diameter: 11 mm

Gewicht: 1,10 gr

Voorzijde: Een gestileerde buste naar rechts met daarvoor runen tekens. Tekst voor de buste: FCF verbastering? 

Keerzijde: Een kort simpel kruisje met parels op de uiteinden van de armen, in elk kwartier een parel met bovenaan en onderaan een cirkelboog, links en rechts een V ertussen verbasterde letters.

Datum: z.j. ca. 690 – 710.

Slagplaats: Gebied van de Grote Rivieren/ Friesland, Westergo of imitatie onbekende muntplaats.

Lit: KNG JMPK 2003,W Op den Velde & D M Metcalf, p 182 e. v.

Gedetermineerd door rimidi

Merovingische riemtong: 610 – 680

Gevonden door Smeets Nick

Materiaal: koperlegering

Afmetingen: 18 mm / 61 mm

Gewicht: 9,06 gr

Referentie

Gedetermineerd door Wessel Spoelder

Merovingische/Karolingische gelijkarmige fibula: 575 – 850

Gevonden door Mike de Baere

Materiaal: brons

Afmetingen: 12 mm / 40 mm

Gewicht: 5,30 gr

Lit: Fibulae uit de Lage Landen 

Gedetermineerd door Brynckminator Brynckminator

Slijpsteen/wetsteen: 499 – 1499 n.Chr.

Gevonden door Wim van Schaijk

Materiaal: natuursteen, kwartsiet

Lengte: 37 mm

Breedte: 14 mm

Hoogte: 14 mm

Gewicht: 13,8 gr

Referentie

Gedetermineerd door PAN

Merovingische denier met monogram A en S, niet toegewezen: ca. na 670-750

Gevonden door Luc Wijnants

william2.1 william2

Materiaal: zilver

Dameter: 10 mm – 12 mm

Gewicht: ?

Voorzijde: In een parelkrans een A met ter weerszijden een groep van (vijf) parels en onderaan een ring omgeven door (elf) parels met nog twee extra parels aan de voet van elk been van de A. Tekst: anepigrafisch.

Keerzijde: In een parelkrans een spiegelverkeerde S met een parel in de krullen, links een T tussen twee parels (en links een platliggende H (of I ?) tussen twee parels)? Tekst: anepigrafisch.

Datum: z.j. ca na 670-750.

Slagplaats: Niet gekend, Poitiers – Tours?.

Opmerking: Vondsten onder meer in Kémexhe en Eisden (Tongeren), hier en daar kleine verschillen…

Referentie

Referentie

Referentie

Lit: Prou 2789; Belfort 5692; Depeyrot, p 171, 27; MEC  I, 624

Gedetermineerd door Marco Fasulo en rimidi

Sceatta,”Continentaal Runentype”: ca. 695 – 710

Gevonden door Tom Devos

Muntheer: Friese oorsprong

Materiaal: zilver

Diameter: 11 mm

Gewicht: 1,1 gr

Voorzijde: Een gestileerd hoofd met diadeem en met piekenkroon naar rechts, links van het hoofd een platliggende “A”?. Deze sceatta is gemaakt naar een iets ouder Angelsaksisch voorbeeld en op het vasteland veelvuldig nagevolgd in het Friese en waarschijnlijk ook het Frankische gebied. Om deze redenen worden deze navolgingen het Continentaal Runen-type genoemd.

Keerzijde: Centraal een kruis met in elk kwartier een bolletje eromheen een verbasterd “runen”omschrift.

Datum: z.j. ca. 695-710

Slagplaats: Gebied tussen de grote rivieren. 

Lit: JNGMP 2003, W op den Velde & D M Metcalf & BMC series D type 2c Remmerden 712/713

Gedetermineerd door rimidi

Merovingische gesp: type enkelvoudige lus 600 – 650

Gevonden door Peter Peeters

Materiaal: koperlegering

Afmetingen: ca. 35 mm / 45 mm

Gewicht: ?

Type enkelvoudige lus waar de plaat integraal deel uitmaakt van de gesp met opengewerkte plaat met gezichtsvorm (mensenmasker) dateren uit 600-650 . Gespenplaten met menselijk maskermotief was misschien wel het meest voorkomende en wijdverspreid in de gebieden ten noorden van de Zwarte Zee.

Gedetermineerd door Jean Pierre Parent

Merovingische gesp: type enkelvoudig lus, rechthoekig 6e eeuw – 7e eeuw

Gevonden door Peter Peeters

Materiaal: koperlegering

Lengte: ca. 95 mm

Gewicht: ?

Een versierde plaat en de angel (type schild) zijn bewaard.

Gedetermineerd door Jean Pierre Parent