Quinarius of lichte denier type “ANNAROVECI”: ca. 51 – 27 v.Chr.

Gevonden door Theun Oostenbrug

Muntheer: Vermoedelijk Germaanse volksstam (Tungri?), opvolgers van de Eburonen.

Materiaal: zilver

Diameter: 11 mm ? ca. 16 mm

Gewicht: 1,65 gr

Voorzijde: Gestileerde buste naar rechts met parelsnoer rond de nek. Teks: ANNAROVECI.

Keerzijde: Klein paardje naar links, erboven een gepunte ring (?). Tekst: ANNAROVECI.

Datum: z.j. ca. 51 – 27 v.Chr.

Slagplaats: Niet gekend, gebied ca provincie Luik, Kempen, Nederlands en Belgisch Limburg en Duitse Roer.

tijs

Lit: Vanhoudt atlas A 11var; Sheers 352var; Delestrée Tache 638var; Latour 8893var

Gedetermineerd door rimidi

Potin type “au rameau” (met twijg), iets gedegenereerde type: ca. 90 – 50 v.Chr.

Gevonden door David Vandenbussche

Muntheren: Nervii, Keltische stam uit de regio Schelde en Samber, ongeveer huidig Frans en Belgisch Henegouwen.

Materiaal: Potin (metaallegering van koper, zink, tin, lood en zilver).

Diameter: 20 mm

Gewicht: 3,66 gr

Voorzijde: Omgeven door een gladde cirkel een verticale as centraal, bestaande uit zes bolletjes (meestal zeven), geflankeerd ter weerszijde door twee parels horizontaal in het midden met erboven en eronder twee golvende lijnen. Tekst: Anepigrafisch.

Keerzijde: Omgeven door een gladde rand een naar rechts gestileerd paard, geen omringende symbolen (bolletjes, halve maantjes) meer te zien rondom het paardje. Tekst: Anepigrafisch.

Datum: z.j. ca. 90-50 v.Chr.

Slagplaats: Regio Frans en Belgisch Henegouwen.

Potin

Nerviërs

Referentie

Lit: Latour 8620var; Delestree-Tache serie 80, 629 var; Scheers La Gaule Belgique serie 190, 682-683; A Decroly 1.8.1var.

Gedetermineerd door David Vandenbussche

Potin type “au rameau” (met twijg), iets gedegenereerde type: ca. 90 – 50 v.Chr.

Gevonden door Jp Brusselman

Muntheren: Nervii, Keltische stam uit de regio Schelde en Samber, ongeveer huidig Frans en Belgisch Henegouwen.

Materiaal: Potin (metaallegering van koper, zink, tin, lood en zilver).

Diameter: 20 mm

Gewicht: 4,65 gr

Voorzijde: Omgeven door een gladde cirkel een verticale as centraal, bestaande uit zes bolletjes (meestal zeven), geflankeerd ter weerszijde door twee parels horizontaal in het midden met erboven en eronder twee golvende lijnen. Tekst: Anepigrafisch.

Keerzijde: Omgeven door een gladde rand een naar rechts gestileerd paard, geen omringende symbolen (bolletjes, halve maantjes) meer te zien rondom het paardje. Tekst: Anepigrafisch.

Datum: z.j. ca. 90-50 v.Chr.

Slagplaats: Regio Frans en Belgisch Henegouwen.

Potin

Nerviërs

Referentie

Lit: Latour 8620var; Delestree-Tache serie 80, 629 var; Scheers La Gaule Belgique serie 190, 682-683; A Decroly 1.8.1var.

Gedetermineerd door rimidi

Potin type “au rameau” (met twijg), iets gedegenereerde type: ca. 90 – 50 v.Chr.

Gevonden door David Vandenbussche

Muntheren: Nervii, Keltische stam uit de regio Schelde en Samber, ongeveer huidig Frans en Belgisch Henegouwen.

Materiaal: Potin (metaallegering van koper, zink, tin, lood en zilver).

Diameter: 19 mm

Gewicht: 3,59 gr

Voorzijde: Omgeven door een gladde cirkel een verticale as centraal, bestaande uit zes bolletjes (meestal zeven), geflankeerd ter weerszijde door twee parels horizontaal in het midden met erboven en eronder twee golvende lijnen. Tekst: Anepigrafisch.

Keerzijde: Omgeven door een gladde rand een naar rechts gestileerd paard, geen omringende symbolen (bolletjes, halve maantjes) meer te zien rondom het paardje. Tekst: Anepigrafisch.

Datum: z.j. ca. 90-50 v.Chr.

Slagplaats: Regio Frans en Belgisch Henegouwen.

Potin

Nerviërs

Referentie

Lit: Latour 8620var; Delestree-Tache serie 80, 629 var; Scheers La Gaule Belgique serie 190, 682-683; A Decroly 1.8.1var.

Gedetermineerd door rimidi

Denier met lier: vóór 52 v.Chr.

Gevonden door René Hoenselaer

Muntheer: Keltische stam Eduens, Aedui “Bibracte”uit de streek van Mont-Beuvray.

Materiaal: zilver

Diameter: 12 mm – 13 mm

Gewicht: 2 gr

Voorzijde: Voorstelling van een gestileerde buste met 5 haarlokken die op het eind omgekruld zijn.

Keerzijde: Galopperend paard naar rechts met een lier onder de buik en een wiel met vier spaken of ring boven het paard, ervoor een gepunte ring verbonden met de borst.

Datum: z.j. vóór 52 v.Chr.

Slagplaats: Streek Autun, Saône-et-Loire, Bourgogne.

Aedui

Lit: Delestree Tache DT 3082; Latour 4858; Scheers Seine Maritime 165

Gedetermineerd door Pregeo en rimidi

Republikeinse legioen denarius: Marcus Antonius 32 – 31 v.Chr.

Gevonden door ?

Materiaal: zilver

Diameter: 17 mm

Gewicht: 3 gr

Voorzijde: Praetoriaanse galei door roeiers aangedreven. Tekst: ANT AVG III VIR R P C 

Keerzijde: Legioensadelaar tussen 2 standaards of Signum legionum ( veldteken van een legioen, hieraan kon men de verdienste van het legioen zien ). Tekst: LEG / XVIII

De munten werden voor de slag bij Actium in 32 v.Chr geslagen, waarschijnlijk in zijn winterhoofdkwartier in Patrae ( Griekenland ), om zijn vloot en legioenen te betalen. Deze munten hebben een lager zilvergehalte, door toevoeging van koper,  fourré munten ( koperen kern)  komen ook veel voor. Veel van deze munten zijn lang in omloop geweest, waardoor er veel versleten exemplaren gevonden zijn. Ook staan er vaak merktekens van bankiers op. De afkorting ANT AVG betekent Antionus Augurus en hiermee identificeerde hij zich met Caesar die ook Augur ( toekomstvoorpeller, een priesterfunctie ) was. III VIR R P C op de munten betekent Triumvir rei publicae constituendae, een van de drie mannen die de Republiek herstelden. Naast Marcus waren dat Lepidus en Octavianus ( Augustus ). In 169 na Christus werd de versie van het zesde legioen herslagen als eerbetoon aan de 200ste-viering van de slag bij Actium.

Afbeeldingsresultaat voor marcus antonius

Marcus Antonius

LEGIOEN

LEGIOEN XVIII

Referentie

Referentie

Referentie

Lit: Crawford 544/33; CRI 376; Sydenham 1239; RSC 51; BMCRR East 213; Kestner 3862

Gedetermineerd door Luc Van Leemput

 

Vlakbijltje: ca. 2200 v. Chr. – ca. 1700 v. Chr.

Gevonden door Amine Beldjoudi

Materiaal: brons

Lengte: 60 mm

Gewicht: 35,33 gr

Gedetermineerd op facebook

Potin type “au rameau” (met twijg), iets gedegenereerde type: ca. 90 – 50 v.Chr.

Gevonden door Kris Van Den Berge

Muntheren: Nervii, Keltische stam uit de regio Schelde en Samber, ongeveer huidig Frans en Belgisch Henegouwen.

Materiaal: Potin (metaallegering van koper, zink, tin, lood en zilver).

Diameter: 19 mm

Gewicht: 3,59 gr

Voorzijde: Omgeven door een gladde cirkel een verticale as centraal, bestaande uit zes bolletjes (meestal zeven), geflankeerd ter weerszijde door twee parels horizontaal in het midden met erboven en eronder twee golvende lijnen. Tekst: Anepigrafisch.

Keerzijde: Omgeven door een gladde rand een naar rechts gestileerd paard, geen omringende symbolen (bolletjes, halve maantjes) meer te zien rondom het paardje. Tekst: Anepigrafisch.

Datum: z.j. ca. 90-50 v.Chr.

Slagplaats: Regio Frans en Belgisch Henegouwen.

Potin

Nerviërs

Lit: Latour 8620var; Delestree-Tache serie 80, 629 var; Scheers La Gaule Belgique serie 190, 682-683; A Decroly 1.8.1var.

Gedetermineerd door rimidi

Republikeinse legioen denarius: Marcus Antonius 32 – 31 v.Chr.

Gevonden door Mathieu Vens

Materiaal: zilver

Diameter: 17,2 mm

Gewicht: 3,25 gr

Voorzijde: Praetoriaanse galei door roeiers aangedreven. Tekst: ANT AVG III VIR R P C

Keerzijde: Legioensadelaar tussen 2 standaards of Signum legionum ( veldteken van een legioen, hieraan kon men de verdienste van het legioen zien ). Tekst: LEG / III

Legio III Cyrenaica  was een legioen van het keizerlijke Romeinse leger . Het legioen vond zijn oorsprong onder de strijdkrachten van Marcus Antonius tijdens de burgeroorlogen van de late eerste eeuw voor Christus. In de keizertijd was het gestationeerd in Egypte, waar het een sleutelrol speelde in campagnes tegen de Nubiërs en Joden. In de eerste eeuw na Christus bevond het zich meestal in Arabië Petraea. Er zijn nog steeds verslagen van het legioen in Syrië aan het begin van de 5e eeuw. Het legioensymbool is onbekend.

De oorsprong van het legioen is onduidelijk, maar het wordt voor het eerst bevestigd als onderdeel van de strijdkrachten van Marcus Antonius tijdens de periode van het Tweede Triumviraat (43-33 v.Chr.). Cyrenaica stond vóór 36 v.Chr. onder de controle van Marcus Aemilius Lepidus en na die datum van Marcus Antonius; een van hen zou de Legio III kunnen hebben opgericht. Pollard en Berry suggereren dat het legioen werd opgericht door Lucius Pinarius Scarpus , een bondgenoot van Marcus Antonius die zijn gouverneur van Cyrenaica was in de jaren ’30 voor Christus. De legio III is een van de vele legioenen die voorkomen in Marcus Antonius’ Legionaire denarii ‘, geproduceerd in 32-31 v.Chr.

De munten werden voor de slag bij Actium in 32 v.Chr geslagen, waarschijnlijk in zijn winterhoofdkwartier in Patrae ( Griekenland ), om zijn vloot en legioenen te betalen. Deze munten hebben een lager zilvergehalte, door toevoeging van koper,  fourré munten ( koperen kern)  komen ook veel voor. Veel van deze munten zijn lang in omloop geweest, waardoor er veel versleten exemplaren gevonden zijn. Ook staan er vaak merktekens van bankiers op. De afkorting ANT AVG betekent Antionus Augurus en hiermee identificeerde hij zich met Caesar die ook Augur ( toekomstvoorpeller, een priesterfunctie ) was. III VIR R P C op de munten betekent Triumvir rei publicae constituendae, een van de drie mannen die de Republiek herstelden. Naast Marcus waren dat Lepidus en Octavianus ( Augustus ). In 169 na Christus werd de versie van het zesde legioen herslagen als eerbetoon aan de 200ste-viering van de slag bij Actium.

Afbeeldingsresultaat voor marcus antonius

Marcus Antonius

Legio III Cyrenaica

Legioen

Legio III Cyrenaica 1

Legio III Cyrenaica 2

Referentie

Referentie

Gedetermineerd door Mathieu Vens

Quinarius of lichte denier: 80 – 50 v.Chr.

Gevonden door Peter Peeters

Muntheer: Germaanse stam regio Noord Hessen.

Materiaal: zilver

Diameter: 14 mm

Gewicht: 1,5 gr

Voorzijde: In een parelcirkel een dansend personage naar rechts, het hoofd omgewend, in de linker hand een torc/torque, hals- of armband, en in de rechter een kort zwaard/dolk, tussen rechter been en arm een boog van parels. Aan het achterwerk van het personage nog een troc. Tekst: Anepigrafisch.

Keerzijde: In een zigzagcirkel een paardje naar rechts met omgewend hoofd en opstaande manen. Tekst: Anepigrafisch.

Datum: z.j. ca. 80-50 v.Chr.

Slagplaats: Vermoedelijk oppidium Dünsberg.

peter

Lit: Latour 9396 ; Delestrée Tache 206 ; type Scheers 57, klasse I.

Gedetermineerd door Prof. dr. Nico Roijmans en beschreven door rimidi

%d bloggers liken dit: